Sunday, January 4, 2015

Gele zandstranden tussen kliffen en rotsen



Gele zandstranden tussen kliffen en rotsen

 Twintig kilometer ten zuiden van de stad Yogyakarta, aan de Indische oceaan, ligt een aantal strandjes tussen kliffen en kalkrotsen. Het begint met de bekendste, Parangtritis en daarna volgt een hele reeks, langs de zuidkust naar het oosten. Sommige kun je alleen te voet bereiken.

Een paar jaar geleden was ik al eens op de motor naar verschillende strandjes geweest; Baron, Krakal, Sundak. Nu besloten we om met de auto te gaan, zodat we de nog wat verder gelegen stranden ook konden bereiken met een overnachting ter plekke.
Onze uitvalsbasis werd Hotel Kampoeng Baron, in de buurt van het strand Baron. Het is een landelijke omgeving. Kleine akkers liggen tussen de kalkrotsen in en grote stukken, niet te bewerken land, zijn beplant met teakbomen.
De eerste stranden waren erg druk, omdat veel Indonesiërs zelf nog vakantie vierden vanwege de feestdagen. Auto’s met kentekenplaten van Jakarta, Surabaya, Semarang en Solo overheersten. Daarnaast waren er veel bussen op de daarvoor totaal ongeschikte, kleine landwegen. Omdat we ’s ochtends vroeg op pad gingen hadden we niet te veel last van het verkeer en we konden op die manier ook naar de verder gelegen stranden.  Onze eerste stop was bij Sundak, een strandje waar we al een keer eerder waren geweest. Een prachtige kleine baai met een geel zandstrand, vissersbootjes er op en vlak voor de kust in zee een groot rotsblok. Met zwemmen moet je voorzichtig zijn. Omdat er tussen Antarctica en de Indonesische zuidkust geen land ligt, zijn de golven zijn erg hoog.  En door die hoge golven en omdat de kustlijn zo ongelijk is, zijn de stromingen zeer verraderlijk. Zwemmen kan alleen dicht aan het strand, soms prachtig tussen de rotsen in.

 





                     


Na onze stop bij Sundak zijn we verder gereden. We dachten nog een stop te kunnen maken bij de laatste ‘hit’, het strand Indrayanti. Maar dit was iets te overmoedig. Het was afgeladen met mensen. Auto’s en bussen vochten om een parkeerplek en vanuit onze auto konden we zien dat het zeewater tot aan de eetstalletjes stond, dus er was niks van het strand meer over. Snel door dan maar. We kozen voor een strand met een mooie, lange naam; Wedi Ombo. Hier konden geen  bussen naar toe en het bleek voor veel mensen ook te ver weg te zijn. Prachtig kleine, kronkelende weggetjes leidden naar een parkeerplaats hoog op een klif. Vanaf daar moest je te voet via een trap naar het strand. Waarschijnlijk is dit strand helemaal uitgestorven op een normale, doordeweekse dag, maar zelfs nu was het niet echt druk. Zeker niet wanneer je de moeite neemt iets verder van de toegangstrap weg te lopen. Het is eigenlijk niet anders dan op de Nederlandse stranden tijdens een drukke zomerdag.

Op Wedi Ombo heb je prachtige rotspartijen tussen wit zand. Zeer fotogeniek, maar ook perfect om beschermd tegen de hoge golven de zee in te gaan. Grote, overhangende bomen geven flink wat schaduw, zodat je heerlijk kunt zitten en liggen. Wij vonden dit het beste strand in de hele reeks. Wel een behoorlijk stuk rijden (3,5 uur vanaf Yogyakarta rechtstreeks), maar zeker de moeite waard.









Nettert Smit, januari 2015

www.indotracks.nl

No comments:

Post a Comment