Monday, March 28, 2016

Boekrecensie: De beste plek ter wereld; leven in de sloppen van Jakarta



De beste plek ter wereld; leven in de sloppen van Jakarta; Roanne van Voorst, 2016

Zien en ervaren hoe de lokale bevolking in een andere cultuur 'echt' woont en leeft. Vaak is dat een drijfveer voor backpackers, maar de zin zou ook uit een brochure van een avontuurlijke reisorganisatie kunnen komen. Als een antropoloog dit doet, dan heet het participerende observatie.  Antropoloog Roanne van Voorst ging naar Jakarta om onderzoek te doen naar de wijze waarop de bewoners van de stad omgaan met jaarlijks overstromingen. "Om die eeuwige strijd tegen overstromingen te zien, te ervaren", zo schrijft ze. Ze komt bij toeval terecht in één van de armste sloppenwijken van de stad, in een illegale kampong op een rivieroever, die ze de fictieve naam Bantaran Kali geeft. Wat volgt zijn haar ervaringen van een jaar wonen in een huisje van hout en asbest, tussen de kleurrijke bewoners van de kampong. Een prachtig boek. Zelden heb ik op zo'n toegankelijke wijze inzicht gekregen in de Indonesische cultuur en de dagelijkse realiteit van bewoners in een sloppenwijk.

De romantiek van 'wonen tussen de mensen' verdwijnt al snel in het boek. De auteur interviewt dagelijks de bewoners van de kampong, om hun drijfveren, afwegingen en beslissingen in kaart te brengen. Wat meteen opvalt is dat onze westerse, rationale afwegingen vaak volslagen idioot zijn voor de kampongbewoners. Ik moet dan meteen denken aan sommige westerse toeristen, die rondreizend door Indonesië vanachter een busraam opmerken hoe het allemaal efficiënter kan in dit land.
Als wetenschapper probeert Roanne een neutrale positie in te nemen, om distorsie in gedrag en antwoorden van de kampongbewoners te voorkomen. In het boek geeft ze ook zelden een waardeoordeel over haar mede-kampongbewoners. De vrouw van wie ze een kamer huurt blijkt bij te klussen als prostituee, en de jongen die haar meenam naar de kampong is een kleinschalige afperser. Het wordt bijna als voetnoten vermeld.
En dit is ook meteen het zwakke punt van het boek. Het verhaal hinkt soms op twee gedachten; aan de ene kant gaat het over de persoonlijke ervaring van Roanne in de sloppenwijk, aan de andere kant wil de auteur het verhaal van haar medebewoners vertellen. Van beide invalshoeken krijg je als lezer soms te weinig informatie. De auteur wil zichzelf niet centraal in het verhaal plaatsen, maar door niet aanwezig te zijn en niet te oordelen ontbreekt de spanning van een verhaallijn. Aan het einde van het boek wordt de kampong door de gemeente geruimd. De auteur neemt dan wel (voorzichtig) stelling, namelijk tegen het gemeentebeleid om illegale kampongs af te breken. Voor de interessante discussie die hierover gevoerd kan worden is in het boek helaas geen plaats. De kampong lijkt daardoor soms geïsoleerd van de stad te bestaan.
Maar niettemin geeft 'De beste plek ter wereld' een zeldzame inkijk in het leven aan de onder kant van de maatschappij in de grote stad Jakarta. Ook als voorbereiding op een vakantie naar Indonesië een aanrader.

Het oude Batavia bezoeken en ook de moderne kant van Jakarta zien? Indotracks kan een bezoek aan Jakarta voor je organiseren: www.indotracks.nl of klik hier.

Emile Leushuis
maart 2016

Monday, March 21, 2016

Solo / Surakarta in 24 uur

Entreepoort van de kraton van Solo
Solo of Surakarta: twee namen voor dezelfde stad in Midden-Java. Het is de hoofdstad van de Javaanse cultuur. Solo was de oorspronkelijke naam, maar Surakarta kwam erbij nadat hier in 1745 de zetel van het Mataramrijk werd gevestigd. In 1755 werd het rijk opgesplitst en sindsdien bestaan de vorstendommen Surakarta en Yogyakarta. Twee steden die wat betreft geschiedenis, stedenbouw en cultuur sterk op elkaar lijken. Yogyakarta krijgt misschien meer bezoekers, maar Surakarta is minstens zo authentiek en zeker een bezoek waard. Op naar Solo dus, al is het maar voor 24 uur!

Grote markt - Pasar Gede
Begin de dag in alle vroegte bij de Pasar Gede, de grote markt van Solo. Het hoofdgebouw, in art-decostijl met Javaanse invloeden, werd in 1930 ontworpen door de Nederlandse architect Karsten. Tot op heden functioneert het als lokale markt. Op het plein voor de markt staat een klokkenzuil, ook in art-decostijl, die hier in 1937 ter gelegenheid van de 72ste geboortedag van Susuhunan (vorst) Pakubuwono X werd neergezet. Dat de markt in de Chinese wijk ligt zie je aan de kleurrijke Chinese tempel ernaast.

Entreepoort vorstelijke moskee
Neem vanaf de markt een betjak (fietstaxi) naar het noordelijke stadsplein (alun-alun utara). Op weg hier naartoe passeer je overblijfselen van de Nederlandse aanwezigheid in Solo: de katholieke kerk, de Javaasche Bank (nu Bank Indonesia), Fort Vastenburg (waarvan alleen de buitenmuren nog resten) en de protestantse kerk. Via schaduwrijke poorten bereik je het stadsplein: een groot grasveld met in het midden twee heilige waringinbomen. Aan de westzijde staat de vorstelijke moskee (masjid gede): een traditionele Javaanse moskee uit de 18de eeuw met getrapt puntdak. Vooral de toegangspoort in een Arabisch-Indiase fantasiestijl uit begin 20ste eeuw is opvallend.

Poortwachters in de kraton
Aan de zuidzijde van het stadsplein liggen de eerste gebouwen van de kraton (vorstelijk paleis): Pagelaran en Siti Inggil. De kraton vormt een stad in de stad; ooit waren alleen deze eerste gebouwen toegankelijk voor buitenstaanders. Wandel door de Pagelaran en Siti Inggil naar achter; je komt uit bij de toegangspoort van de kraton. Aan het plein achter deze poort staat de entree naar de verboden stad: het deel dat alleen door de Susuhunan (vorst), zijn directe familie en bedienden werd betreden. Tegenwoordig kun je het centrale plein van de kraton bezoeken, de entree bevindt zich in de straten links (oostelijk) van de hoofdpoort. Onder de schaduwrijke bomen van het zanderige hoofdplein bevind je je in het hart van Javaanse cultuur en tradities.

Neem vanaf de kraton opnieuw een betjak, nu naar de kampong (wijk) Kauman. Deze kampong ligt achter de grote moskee en was vroeger de plek waar islamitische, religieuze leiders woonden. Begin 20ste eeuw ontstond hier een centrum van batikproductie en deze traditie is tegenwoordig weer springlevend. Zwerf door de smalle stegen van de wijk en bezoek de batik-werkplaatsen. Let ook op de bijzondere architectuur: een mix van Javaanse en Europese tradities.


Paleis Mangkunegaran
Wapen van Mangkunegaran
Een volgende betjakrit brengt je naar het tweede paleis van Solo: het prinsdom Mangkunegaran. In dit paleis kun je een kijkje nemen in de belangrijkste rituele gebouwen en in een deel van de privé-vertrekken van de prins en zijn familie. De grote pendopo (traditionele open zaal) is een van de indrukwekkendste van Java. Zorg dat je op tijd bent, het paleis sluit om 14.00 (op zondag om 13.00).

Bij de ingang van Mangkunegaran heeft de gemeente kort geleden een prettig plein gecreëerd. Op de hoek van dit plein kun je goed lunchen bij het traditionele restaurant Omah Sinten. Wandel ook even naar de antiekmarkt Pasar Triwindu. Het is de grootste antiekmarkt van Midden-Java.

Glas in lood, Mangkunegaran
Een volgende betjakrit brengt je naar het museum Radyapustaka (open di-zo 09.00-16.00). Het is een klein museum, gevestigd in een 19de-eeuwse plantersvilla, met onder andere een collectie Hindoebeelden, Javaanse culturele voorwerpen, een bibliotheek met oude manuscripten en een muziekdoos die Napoleon Bonaparte ooit aan de Susuhunan schonk.

Wandel terug via de Solo City Walk, een brede wandelboulevard die enkele jaren geleden werd aangelegd. Als je geluk hebt dan word je ingehaald door een trein: in Solo loopt via de hoofdstraat een oude spoorverbinding dwars door de stad. Wandel tot het batikmuseum van Danar Hadi. Dit museum heeft misschien wel de mooiste collectie batiks van Indonesie. En ook de werkplaats is een bezoek waard (open tot 15.30).

's Avonds komt Solo tot leven. Ga chique dineren in het mooie restaurant Soga, in een bijgebouw van museum Danar Hadi. Of kies voor restaurant Ikan Goreng Cianjur, in een gerenoveerde Europese woning uit begin 20ste eeuw. De meeste lokale mensen brengen hun avonden door in de vele eetstalletjes die tot in de vroege Ochtend openblijven, zoals in de straat Keprabon. Nasi Liwet is een lokale traditie: rijst gekookt in santen en met kip, ei, kroepoek en groenten. Mooi om te zien hoe dit wordt opgediend, maar misschien iets teveel gevraagd voor onze gevoelige, westerse magen.

Voor meer informatie over stadswandelingen in Solo en andere historische Indonesische steden: http://www.lmpublishers.nl/shop/featured/gids-historische-stadswandelingen-indonesie/

Emile Leushuis
maart 2016
www.indotracks.nl

Friday, March 11, 2016

Boekrecensie: Nathaniels Nootmuskaat



Door: Giles Milton, 1999
Ooorspronkelijke titel: Nathaniel’s nutmeg, how one man’s courage changed the course of history

Nadat Jan Peter Balkenende in 2006 zijn fameuze uitspraak deed over de “VOC-mentaliteit”, was ieder verhaal over de VOC al snel verdacht. Ruim vòòr deze uitspraak schreef Giles Milton een interessant boek over de ‘spice-race’; de 17de-eeuwse strijd tussen Nederland en Engeland over de controle van de specerijenhandel tussen Oost-Indië en Europa. Het opvallende aan dit boek is, dat het voornamelijk vanuit het Engelse perspectief is geschreven. In een vlotte en toegankelijke stijl presenteert Milton een populairwetenschappelijk verhaal, dat deels is gebaseerd op authentieke bronnen. Hoe verder het verhaal vordert, hoe meer de Engelsen zich ontpoppen als passieve en lijdende partij in de strijd met de Nederlanders. In het verhaal positioneert Milton de Engelse held Nathaniel Courthope tegenover de ‘uber’-schurk Jan Pieterzoon Coen.
De clou van het verhaal, de belangloze opoffering van Nathaniel, die dit met de dood moet bekopen, maar die er wel toe leidt dat New York uiteindelijk in Engelse handen komt, is historisch gezien nogal discutabel. En ook de underdogpositie van de Engelsen in de tweede helft van de 17de eeuw lijkt, gezien de verhoudingen in Europa, ongeloofwaardig. Maar toch is dit een vermakelijk en verhelderend boek, geschreven vanuit een ander perspectief dan wij in onze Nederlandse geschiedschrijving gewend zijn. Een aanrader wanneer je meer wilt weten over de vroege geschiedenis van de VOC en de relatie met de Banda-eilanden.

Banda-eilanden bezoeken? Indotracks kan dit voor je organiseren. Voor meer informatie, klik hier. Of neem contact met ons op via info@indotracks.nl.

Emile Leushuis,
maart 2016

Monday, March 7, 2016

Banda: parel van de Molukken

Fotoblog van de Banda-eilanden; de laatste plek die ik bezocht tijdens mijn reis door de Molukken en misschien wel de mooiste eilandengroep van de regio. Vanwege de afgelegen ligging is het een van de lastigste plekken om te bereiken. Ver weg van alles dus, en toch vormden deze eilanden ooit de spil van de wereldeconomie. Het draaide toen om de specerijen nootmuskaat en foelie, die alleen op deze eilanden voorkwamen. In Banda-Neira tref je 350 jaar koloniale geschiedenis, op Banda-Besar kun je nootmuskaat-plantages bezoeken en er zijn fantastische snorkel- en duikmogelijkheden. Op deze dromerige eilanden, ver weg van de rest van de wereld, lijkt de tijd soms stil te staan. En misschien is dat wel het meest bijzondere aan Banda.

Indotracks kan een bezoek aan de Banda-eilanden voor je organiseren. 
Voor meer info: http://www.indotracks.nl/nl/tour/detail/44/banda-parel-van-de-molukken.
Of neem contact met ons op: info@indotracks.nl
Arabische kwartier in Banda Neira

Gunung Api
lokale vissersboten
nootmuskaat
Fort Beglica met Gunung Api vulkaan
Ai eiland
standbeeld van Willem II
protestantse kerk in Banda Neira

VOC-graven
uitzicht op Gunung Apil vulkaan

Run eiland
Banda eilanden van zee
Istana mini of het gouverneurshuis
Pelni boot in Banda Neira haven
Banda Neira