Sunday, June 19, 2016

Boekrecensie: Gebleekte ziel, door Reggie Baay (2012)

Met bijzonder veel plezier las ik het boek ‘Gebleekte ziel’ van Reggie Baay. Deze roman vertelt het verhaal van de Balinese vorstenzoon Nyoman Darma, die rond 1870 opgroeit in de havenstad Padang in West-Sumatra. Zijn vader is, als opstandige vorst, door het Nederlands-Indische gouvernement verbannen naar deze plaats. Nyoman gaat hier naar school en blijkt een begaafde leerling te zijn. Om te voorkomen dat hij beïnvloed wordt door anti-gouvernement-sentimenten, krijgt hij van de Nederlands-Indische regering het aanbod om in Nederland verder te studeren. Zijn vader stemt hierin toe, met als overweging dat het vergaren van westerse kennis belangrijk zal zijn om in de toekomst de Nederlanders te kunnen weerstaan.
Maar eenmaal in Nederland begint het onvermijdelijke assimilatieproces, waar de titel ‘Gebleekte ziel’ naar verwijst. Na een succesvolle studie keert Nyoman terug naar Nederlands-Indië, in de hoop hier een rol te kunnen spelen in de toekomst van de kolonie. Welke rol dit zou moeten zijn, daar is hij zelf nog niet over uit.
In Nederlands-Indië moet de blanke gemeenschap echter niets hebben van een ‘inlander’ die denkt dezelfde rechten te hebben en op gelijke voet met hen te kunnen staan. Maar ook tussen zijn eigen ‘inlanders’ voelt Nyoman zich niet meer thuis en zelfs de verhouding met zijn ouders verloopt stroef. Zijn onderwijs-carrière wordt door zijn blanke superieuren gedwarsboomd, waarna er een strijd ontbrandt tussen Nyoman en de rest van de blanke goegemeente van Bandung, die uiteindelijk noodlottig afloopt.

De roman is op ware feiten gebaseerd en volgt een beetje het thema van de ‘Zwarte met het witte hart’ van Arthur Japin. Het eerste deel van het boek, de periode in Nederland, is nogal stijfjes en formeel geschreven, maar vanaf het moment dat hij in Bandung arriveert en de tegenwerking in zijn leven een aanvang neemt, komt er spanning en vaart in het verhaal. De schrijfstijl van Baay mag dan bedachtzaam en formeel zijn, de onderliggende analyse in het boek is snoeihard. Zonder omwegen wordt de hypocrisie van de westerse gemeenschap in Nederlands-Indië aan de kaak gesteld en wordt het systeem van apartheid, waarop de Nederlands-Indische maatschappij was gebaseerd, blootgelegd. Hiermee past deze roman prefect in het verdere oeuvre van Reggie Baay. Een aanrader!

Juni 2016
Emile Leushuis

www.indotracks.nl

Friday, June 17, 2016

Dubbel-recensie: Enkele reis Indonesië; vier Amsterdamse vrouwen in hun nieuwe vaderland, door Hilde Janssen (2015), en: De engel van Kebayoran; een familiegeschiedenis, door Louis Zweers (2011)

De boeken ‘Enkele reis Indonesië’ en ‘De engel van Kebayoran’ behandelen beide ongeveer hetzelfde onderwerp: Nederlandse vrouwen die rond de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd ervoor kiezen om, tegen de stroom vluchtende Nederlands in, juist te migreren naar het onafhankelijke Indonesië. Ze reizen hun Indonesische echtgenoot achterna, die ze in Nederland hadden ontmoet. Beide boeken zijn op ware gebeurtenissen gebaseerd en volgen de belevenissen van de hoofdpersonen vanaf de migratie naar Indonesië tot aan de huidige tijd.

De vier hoofdpersonen uit ‘Enkele reis Indonesië’ reizen al in 1946 af naar Indonesië. Het gaat om drie Amsterdamse zussen (samen met hun moeder) en een vriendin, die alle vier tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland trouwden met hun Indonesische echtgenoten. De drie zussen trouwen met havenarbeiders, terwijl de vriendin (Dolly) met een hoogopgeleide man van adel in het huwelijk treedt. Vooral de drie zussen (en hun moeder) zijn politiek geëngageerd: in de oorlog heeft de moeder in het verzet gezeten en na de oorlog sympathiseren zij met de CPN, de enige politieke partij in Nederland die zich tegen het sturen van troepen naar Nederlands-Indië keert. De zussen zijn heerlijk tegendraads en idealistisch, en samen met hun vriendin steunen ze vanaf het begin vol overtuiging de republikeinse zaak (en dus de onafhankelijkheid van Indonesië). Uiteraard besluiten ze alle vier om Indonesisch te worden.
Een flink deel van het boek gaat over de gebeurtenissen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van 1946 tot en met 1949. De vrouwen wonen eerst in republikeins gebied, maar door de politionele acties komen ze weer onder Nederlands gezag te staan. Het is intrigerend om vanuit hun standpunt de gebeurtenissen van die tijd te ervaren.

De hoofdpersoon in ‘De Engel van Kebayoran’ is de Utrechtse Lily. Ze is een nicht van de auteur Louis Zweers. In 1950 ontmoet ze op 20-jarige leeftijd in een muziekwinkel in Utrecht de Indonesiër van adellijke afkomst Raden Amir. Ze worden verliefd en een jaar later, nadat Amir al is teruggekeerd naar Indonesië, trouwen ze met de handschoen en reist zij hem achterna. Indonesië is dan al onafhankelijk. Ze gaan in Bandung wonen en al snel maakt Lily kennis met de kleine Nederlandse gemeenschap die dan nog in Indonesië werkt en verblijft. Lily kiest voor Indonesië en besluit om Indonesische te worden. Al snel blijkt haar sprookjeshuwelijk niet wat ze ervan had verwacht. Ze krijgt in korte tijd drie kinderen, maar haar echtgenoot blijkt labiel en onbetrouwbaar te zijn (dwangmatig overspel), en hij heeft zelfs losse handjes. De ‘witte kleur’ van Lily lijkt voor hem steeds meer een probleem te worden. Lily raakt geïsoleerd, zeker nadat de laatste Nederlanders in 1958 Indonesië verlaten. In het boek komt ze over als lijdzaam slachtoffer, niet geïnteresseerd in politiek en weinig verbonden met het land. Ze raakt steeds verder geïsoleerd van zowel haar man als haar kinderen en kampt uiteindelijk met de nodige psychische problemen. Terug naar Nederland is vanwege de kinderen echter geen optie. Het eerste deel van het boek eindigt met de uiteindelijke scheiding in 1970 van haar man.  

De vier hoofdpersonen uit ‘Enkele reis Indonesië’ zijn daarentegen geheel verbonden met de politieke ontwikkelingen van het land. Hun blanke huid is eigenlijk nooit een probleem en vol overgave strijden zij voor de verdere ontwikkeling van hun nieuwe vaderland. Onder het bewind van de eerste president Soekarno weten ze hun economische positie te verbeteren, maar de gebeurtenissen van 1965-1967 leiden ertoe dat sommige van hen in grote problemen komen, voornamelijk vanwege de werkzaamheden en activiteiten van hun echtgenoten. Wat dat betreft onderscheiden ze zich niet van de ups en downs die ‘gewone’ Indonesiërs in deze woelige tijden ondergaan. Wat opvalt is dat ze blijven strijden, elkaar blijven steunen en blijven vasthouden aan hun principes. Een van de zussen, wiens echtgenoot zonder vorm van proces door het Suharto-regime wordt opgesloten, gaat in de jaren 70 samenwerken met Amnesty International om politieke gevangenen en hun families in Indonesië te ondersteunen.

Beide boeken maken uiteindelijk een sprong naar de huidige tijd. Lily blijkt nog steeds in Bandung te wonen en de auteur bezoekt haar een aantal keer. Ze blijkt nog steeds passief, geïsoleerd en weinig verbonden met haar omgeving te leven. Ook de verhoudingen met haar kinderen zijn verre van optimaal: De ene dochter heeft de zijde van haar vader gekozen, de andere heeft een losbandig leven geleid en de zoon is aan lagerwal geraakt. Een kleindochter ontpopt zich als de reddende engel van de familie, in ieder geval op financieel gebied: zij trouwt met een puissant rijke ministerszoon uit het Suharto-regime en houdt daarna de familie financieel op de been. Het is overigens wonderlijk dat het boek naar deze kleindochter is vernoemd, terwijl ze verder niet aan het woord komt of duidelijk in het verhaal aanwezig is.

De vier vriendinnen uit ‘Enkele reis Indonesië’ hebben ieder op hun manier een draai aan hun leven weten te geven, hoewel dit niet voor alle vier altijd positief is geweest. Altijd hebben ze geprobeerd het heft in eigen hand te houden, en zowel in voor- als in tegenspoed zijn ze blijven werken aan hun eigen toekomst en daarmee aan de toekomst van Indonesië.

In ‘De engel van Kebayoran’ laat de auteur zien hoe huidskleur in de loop der tijd van voordeel kan veranderen in nadeel: In de koloniale tijd was 'blank zijn' een voordeel, na de onafhankelijkheid wordt het voor Lily en haar kinderen steeds meer een nadeel en uiteindelijk speelt het zelfs een rol in het noodlottige einde van haar enige zoon in de huidige tijd. Een groot deel van het boek wordt besteed aan uitgebreide observaties van Indonesië rond 2000-2005, waarbij losjes thema’s als opkomst van de islam, goena-goena en tegenstellingen tussen rijk en arm worden aangestipt. Hierdoor raakt de rode draad van het boek een beetje zoek.

Het verhaal van ‘Enkele reis Indonesië’ zit wat dat betreft beter in elkaar. De levens van de vrouwen en de ontwikkeling van de nieuwe staat Indonesië zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het verhaal gaat daarnaast over universele waarden als vriendschap, familie, vasthouden aan principes, accepteren, loslaten en vergeven. “Een formidabel boek” luidt een citaat van Adriaan van Dis op de cover van het boek. Ik kan me daar geheel bij aansluiten.


Emile Leushuis, juni 2016.