Tobameer, van woeste vulkaanuitbarsting tot idyllisch meer.
Het Tobameer is een kratermeer, ontstaan door de uitbarsting van een supervulkaan; 100 kilometer lang, 30 kilometer breed en gemiddeld 500 meter diep. In het midden ligt Samosir-eiland, een langgerekt stuk land op een hoogte van rond de 900 meter. De hoogste bergen van het eiland zijn net zo hoog als de hoogste delen van de kraterrand van de enorme caldera, rond 1500 meter.
De
enorme uitbarsting moet tussen 69.000 en 77.000 jaar geleden hebben
plaatsgevonden. Een groot gedeelte van de menselijke en dierlijke populatie moet
in die tijd zijn uitgestorven door een jarenlange verkoeling van de aarde. De
temperatuur daalde tussen de 5 en 15 graden gemiddeld.
Nu
leeft op het eiland Samosir en rond het meer een bijzondere bevolkingsgroep; de
Toba-Batak. De bevolking heeft een eigen, niet aan het Maleis, verwante taal.
Ook de gezichten van de Batak zijn niet Maleis, maar eerder Indochina. Volgens
sommige antropologen is op basis van deze aanwijzingen vast te stellen dat ze
uit de buurt van Indochina komen, andere houden het op Taiwan. De Batakhuizen met hun
puntige zadeldaken zouden wijzen op een overzeese tocht in het verleden.
De
traditionele cultuur is gebaseerd op voorouderverering, waarbij de lijn van de
‘clan’ en de eerste stamvader het belangrijkst is. Batak laten zich dan ook
begraven op het eigen land, midden in een rijstveld of op de grond bij huis. Zo
blijft de ziel van de voorouders verbonden met de familie die nu in het huis
woont en de landbouwgrond bewerkt. Zowel
de traditionele huizen als de prachtige grafmonumenten zijn op Samosir volop te
vinden. Eén van de beste manieren om het eiland en haar bewoners te verkennen
is te voet of per fiets. Vanuit het belangrijkste toeristendorp, Tuktuk, loopt
een rondweg, die op en neer gaat, langs het meer, door traditionele dorpjes en tussen
rijstvelden. Wat meteen opvalt zijn de tientallen
kerken. De meeste Batak zijn in de Nederlandse periode christen geworden. Natuurlijk
heb je regelmatig prachtige uitzichten over het Tobameer, waarbij je af en toe
het gevoel krijgt dat je aan één van de meren aan de grens van Zwitserland en Italie
bent; Lago Maggiore, Lago Lugano......
Tijdens
je tocht over het eiland kom je vast in aanraking met de vriendelijke Batak. Ze
zijn erg makkelijk in de omgang en je maakt grote kans om bij iemand ‘op de
koffie’ te gaan. Ook een bezoek aan een schooltje onderweg behoort tot de
mogelijkheden. De meeste leraren en leraressen vinden het erg leuk wanneer je
naar binnenloopt om vervolgens het Engels met de kinderen te oefenen. Een
liedje zingen mag ook, maar houd er rekening mee, Batak worden tot de beste zangers
van Indonesië gerekend!!
De
belangrijkste toeristische attracties zijn de dorpen Tomok, Ambarita, Simanindo
en Pangururan.
In
Tomok vind je op een heuvel temidden van de traditionele markt een aantal
sarcofagen van overleden Batakkoningen. Ze zijn versierd met gezichten, in
grove stijl gebeeldhouwd. Daarnaast zie je diermotieven, zoals de ‘tsjiktsjak’
(gecko) en de karbau (waterbuffel). De eerste beschermt volgens de lokale
bevolking tegen inbraak en diefstal en de tweede straalt kracht uit.
Ambarita,
een dorp vlak naast Tuktuk is misschien wel de beste plek om een paar goed
onderhouden, traditionele Batakwoningen te zien. De huizen liggen aan een
pleintje van gelig zand, waar ook nog een grof stenen meubilair staat. Hier
werd vroeger recht gesproken. De zwaarste straf was de doodstraf, waarbij de
familie van de ter dood veroordeelde de man of vrouw moest opeten.
Simanindo, een dorp verder aan de noordkant van Samosir, heeft een openluchtmuseum. Ook hier weer een aantal goed onderhouden Batakhuizen. Neem een kijkje binnen als het kan en stel je voor hoe de situatie vroeger was; meerdere gezinnen van één clan woonden in de woning, ’s avonds gescheiden van elkaar door een gordijn. Een gordijntje houdt natuurlijk geen geluid tegen.
Als
je een scooter of een auto met chauffeur huurt kun je ook nog naar de
hotsprings, net iets ten noorden van het plaatsje Pangururan. Je gaat hier van
het eiland af, of eigenlijk het schiereiland, want er is hier een vaste
verbinding gemaakt. Borrelend heet water komt hier uit de bodem omhoog en
gelige zwavelkristallen zetten zich af op het steen: bewijs dat onder het meer
nog steeds een actieve vulkaan aanwezig is.
Voor
sportievelingen zijn er ook mogelijkheden;
Je
kunt een trektocht maken naar de rand van de bergen op het eiland Samosir. Op
dag 1 loop je naar boven. De nacht breng je door in een eenvoudige lodge,
waarbij je natuurlijk bij helder weer een spectaculair uitzicht hebt over het
eiland en het meer. Daarna daal je weer af naar het vlakkere deel van Samosir.
Naast
het huren van een fiets voor een dag kun je ook een 3-daagse fietstocht maken.
Die begint in de plaats Brastagi, ten noorden van het Tobameer. Je fietst voor
een groot deel rond het meer. Bij Pangururan fiets je het eiland Samosir op.
Vandaar gaat het verder tot aan het eindpunt, Tuktuk.
Tuktuk
zelf is een dorp dat bestaat uit meerdere kernen, waarbij je in elke kern wel
een paar hotels, guesthouses, souvenirwinkels en restaurants treft. In welk
deel je ook verblijft van Tuktuk, er is altijd wel iets te vinden. En het
prettige is dat bijna alle hotels direct aan het meer liggen. Een zwembad is
dan ook eigenlijk overbodig, want er gaat niks boven een verfrissende duik in
het meer.
Wil je meer weten over een verblijf aan het Tobameer? Wij helpen je graag verder.
Http://www.indotracks.nl
Nettert Smit, april 2015
Indotracks.nl
No comments:
Post a Comment