Entreepoort van de kraton van Solo |
Solo of Surakarta: twee namen voor dezelfde stad in Midden-Java. Het is
de hoofdstad van de Javaanse cultuur. Solo was de oorspronkelijke naam, maar Surakarta
kwam erbij nadat hier in 1745 de zetel van het Mataramrijk werd gevestigd. In
1755 werd het rijk opgesplitst en sindsdien bestaan de vorstendommen Surakarta
en Yogyakarta. Twee steden die wat betreft geschiedenis, stedenbouw en cultuur sterk
op elkaar lijken. Yogyakarta krijgt misschien meer bezoekers, maar Surakarta is
minstens zo authentiek en zeker een bezoek waard. Op naar Solo dus, al is het
maar voor 24 uur!
Grote markt - Pasar Gede |
Begin de
dag in alle vroegte bij de Pasar Gede, de grote markt van Solo. Het hoofdgebouw,
in art-decostijl met Javaanse invloeden, werd in 1930 ontworpen door de
Nederlandse architect Karsten. Tot op heden functioneert het als lokale markt. Op
het plein voor de markt staat een klokkenzuil, ook in art-decostijl, die hier
in 1937 ter gelegenheid van de 72ste geboortedag van Susuhunan
(vorst) Pakubuwono X werd neergezet. Dat de markt in de Chinese wijk ligt zie
je aan de kleurrijke Chinese tempel ernaast.
Entreepoort vorstelijke moskee |
Neem vanaf de markt een betjak
(fietstaxi) naar het noordelijke stadsplein (alun-alun utara). Op weg hier naartoe passeer je overblijfselen van
de Nederlandse aanwezigheid in Solo: de katholieke kerk, de Javaasche Bank (nu
Bank Indonesia), Fort Vastenburg (waarvan alleen de buitenmuren nog resten) en
de protestantse kerk. Via schaduwrijke poorten bereik je het stadsplein: een
groot grasveld met in het midden
twee heilige waringinbomen. Aan de westzijde staat de vorstelijke moskee (masjid gede): een traditionele Javaanse
moskee uit de 18de eeuw met getrapt puntdak. Vooral de toegangspoort
in een Arabisch-Indiase fantasiestijl uit begin 20ste eeuw is
opvallend.
Poortwachters in de kraton |
Aan de
zuidzijde van het stadsplein liggen de eerste gebouwen van de kraton (vorstelijk paleis): Pagelaran en
Siti Inggil. De kraton vormt een stad in de stad; ooit waren alleen deze eerste
gebouwen toegankelijk voor buitenstaanders. Wandel door de Pagelaran en Siti
Inggil naar achter; je komt uit bij de toegangspoort van de kraton. Aan het
plein achter deze poort staat de entree naar de verboden stad: het deel dat
alleen door de Susuhunan (vorst), zijn directe familie en bedienden werd
betreden. Tegenwoordig kun je het centrale plein van de kraton bezoeken, de
entree bevindt zich in de straten links (oostelijk) van de hoofdpoort. Onder de
schaduwrijke bomen van het zanderige hoofdplein bevind je je in het hart van
Javaanse cultuur en tradities.
Neem vanaf de kraton opnieuw een betjak, nu naar de kampong (wijk)
Kauman. Deze kampong ligt achter de grote moskee en was vroeger de plek waar
islamitische, religieuze leiders woonden. Begin 20ste eeuw ontstond
hier een centrum van batikproductie en deze traditie is tegenwoordig weer
springlevend. Zwerf door de smalle stegen van de wijk en bezoek de batik-werkplaatsen.
Let ook op de bijzondere architectuur: een mix van Javaanse en Europese
tradities.
Paleis Mangkunegaran |
Wapen van Mangkunegaran |
Een
volgende betjakrit brengt je naar het tweede paleis van Solo: het prinsdom
Mangkunegaran. In dit paleis kun je een kijkje nemen in de belangrijkste rituele
gebouwen en in een deel van de privé-vertrekken van de prins en zijn familie. De
grote pendopo (traditionele open
zaal) is een van de indrukwekkendste van Java. Zorg dat je op tijd bent, het paleis
sluit om 14.00 (op zondag om 13.00).
Bij
de
ingang van Mangkunegaran heeft de gemeente kort geleden een prettig
plein gecreëerd. Op de hoek van dit plein kun je goed lunchen bij het
traditionele
restaurant Omah Sinten. Wandel ook even naar de antiekmarkt Pasar
Triwindu. Het
is de grootste antiekmarkt van Midden-Java.
Glas in lood, Mangkunegaran |
Een volgende betjakrit brengt je naar het museum Radyapustaka (open
di-zo 09.00-16.00). Het is een klein museum, gevestigd in een 19de-eeuwse plantersvilla, met onder andere een collectie Hindoebeelden, Javaanse
culturele voorwerpen, een bibliotheek met oude manuscripten en een muziekdoos
die Napoleon Bonaparte ooit aan de Susuhunan schonk.
Wandel
terug via de Solo City Walk, een brede wandelboulevard die enkele jaren geleden
werd aangelegd. Als je geluk hebt dan word je ingehaald door een trein: in
Solo loopt via de hoofdstraat een oude spoorverbinding dwars door de stad.
Wandel tot het batikmuseum van Danar Hadi. Dit museum heeft misschien wel de
mooiste collectie batiks van Indonesie. En ook de werkplaats is een bezoek
waard (open tot 15.30).
's Avonds
komt Solo tot leven. Ga chique dineren in het mooie restaurant Soga, in een
bijgebouw van museum Danar Hadi. Of kies voor restaurant Ikan Goreng Cianjur,
in een gerenoveerde Europese woning uit begin 20ste eeuw. De meeste lokale
mensen brengen hun avonden door in de vele eetstalletjes die tot in de vroege Ochtend openblijven, zoals in de straat Keprabon. Nasi Liwet is een lokale
traditie: rijst gekookt in santen en met kip, ei, kroepoek en groenten. Mooi om
te zien hoe dit wordt opgediend, maar misschien iets teveel gevraagd voor onze
gevoelige, westerse magen.
Voor meer informatie over
stadswandelingen in Solo en andere historische Indonesische steden: http://www.lmpublishers.nl/shop/featured/gids-historische-stadswandelingen-indonesie/
Emile Leushuis
maart 2016
www.indotracks.nl
No comments:
Post a Comment