Thursday, January 8, 2015

Boekrecensie: Rimbaud in Java, the lost voyage

Rimbaud in Java, the lost voyage; door Jamie James, 2011


In 1876 bracht Frankrijk’s bekendste en meest controversiële dichter Arthur Rimbaud enkele weken door in Salatiga, Midden-Java (Indonesië). Hoewel iedere gebeurtenis uit het korte leven van Rimbaud, hij stierf op 37-jarige leeftijd, tot in detail is beschreven en eindeloos geanalyseerd, is er over zijn korte periode in dienst van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) nagenoeg niets bekend. Rimbaud was zijn hele leven een fanatiek briefschrijver, maar over de tijd die hij doorbracht in Indonesië liet hij geen letter op papier na. Door sommige Rimbaud-watchers wordt zelfs in twijfel getrokken of deze episode wel echt heeft plaatsgevonden. Rimbaud was namelijk een groot fantast, die geen mogelijkheid onbenut liet om zijn leven nog controversiëler te maken.
Geïntrigeerd door dit mysterie heeft auteur James een interessant boek samengesteld, waarin hij “de verloren reis” van Rimbaud in een ruime context plaatst. Het boek gaat niet over Rimbaud’s poëzie, en kennis hiervan is beslist niet noodzakelijk. Het begint met een korte beschrijving van het rebelse leven van Rimbaud, die zijn tijd ver vooruit leek te zijn. Daarna richt de auteur zich op de reis naar Java. Omdat er nauwelijks bewijzen of verslagen van eerste hand bestaan, maakt de auteur gebruik van verhalen van lot- en tijdgenoten, verrassend genoeg voornamelijk uit niet-Nederlandse bronnen. De lezer krijgt hiermee enkele passages voorgeschoteld die onbevooroordeeld en uiterst beeldend zijn, onder andere over het verblijf in Harderwijk, waar rekruten van het KNIL werden verzameld, de overtocht naar Nederlands-Indië, de aankomst in Batavia, verscheping naar Semarang, de treintocht naar Tuntang en tenslotte de mars van twee uur naar de barakken in Salatiga.
Na twee weken deserteert Rimbaud uit Salatiga en slaat hij op de vlucht. Hoe hij vanuit Java terugkeert naar zijn geboortedorp in Frankrijk is nog steeds een groot raadsel, waar tegenstrijdige verklaringen van tijdgenoten alleen maar aan hebben bijgedragen.
Het grootste mysterie is echter waarom Rimbaud tekende voor het KNIL en bereid was naar Java af te reizen. Was het een vlucht uit Europa of was het de romatiek van het Verre Oosten die hem riep? In het laatste hoofdstuk probeert de auteur hier licht op te werpen, aan de hand van een verhandeling over het Europees oriëntalisme van de tweede helft 19de eeuw. ‘De Oriënt’ betrof een gebied waar niet alleen Noord-Afrika en het Midden-Oosten (waar Rimbaud zijn laatste jaren in Aden zal slijten) onder vielen, maar ook het afgelegen Indonesië. Indonesië lag letterlijk en figuurlijk aan de rand van dit wereldbeeld, en misschien is dat wel wat ‘rebel-at-heart’ Rimbaud zo aantrok.
Een heerlijk boek om te lezen (in het Engels), zowel vanwege het levensverhaal van Rimbaud als de levendige beschrijvingen van een onbekend deel van de Nederlands-Indische geschiedenis.

Emile Leushuis / januari 2015
www.indotracks.nl

No comments:

Post a Comment